Het was weer een rustige werkdag op de bouwplaats in de buitenwijken. Larss, een meester in het vermijden van werk, had de perfecte schuilplaats gevonden – een gegraven kuil waar hij van plan was een halfuur een dutje te doen. Helaas wist zijn collega Goran, die iets te enthousiast was met de graafmachine, niets van zijn geniale plan.
Terwijl Goran vrolijk de graafmachine bediende en oude hits neuriede, had hij niet door dat hij zojuist Larss met drie ton aarde had bedolven. Toen hij plots een gedempt “HALLO?! IK BEN HIEROOO!” hoorde, dacht hij dat hij het zich verbeeldde.
“Is dat de geest van de bouwplaats?!” riep hij geschrokken.
“Nee, idioot! Je hebt me begraven! Graaf me meteen uit!” schreeuwde Larss.
Goran krabde even op zijn hoofd, ging op een nabijgelegen muur zitten en zei: “Oké, maar eerst een lunchpauze.”
En zo bracht de arme Larss nog eens een halfuur onder de grond door terwijl Goran rustig zijn broodje at en over het leven nadacht.
Toen hij eindelijk aan het graven begon, bleek het toch niet zo makkelijk te zijn om Larss eruit te halen, want Goran…